Terugkeer naar het land van Insulinde was voor Jan Toorop niet weggelegd.

Jan Toorop heeft zijn geboorteland tijdens zijn werkzaam leven nooit meer terug gezien. Niet duidelijk is waarom hij zo’n bootreis naar de Oost niet heeft willen of kunnen maken. Wellicht heeft zijn vrouw Annie Josephine Hall (van Schots-Ierse afkomst) hierin een rol gespeeld. Hij huwde haar op 28 jarige leeftijd in 1886. De familie Hall bezaten een buitengoed “Lissadell” bij Kenley in het graafschap Surrey iets ten zuidwesten van Londen. Hun enthousiasme over Toorop liet zich raden. hij was een buitenlander, donker van uiterlijk, op de koop toe ook nog een artiest, hij had geen geld, zelfs nog geen familiewapen en zijn Engels liet te wensen over. Toorop wist het en schreef Annie “Ik ben arm in geld”, maar “rijk door mijn talent”!

Gendringen omstreeks 1900

Een achterneef van Jan Toorop [Willem J.CHR. Emile Toorop *1896-1945] geboren in Gendringen was een zoon van meester Toorop. Na zijn huwelijk in 1925 te Gendringen vestigde hij zich in Nijmegen en woonde enkele jaren aan de Voorstadslaan 75 B. Hij werkte als boekhouder bij de Nijmeegsche IJzergieterij. Zijn vrouw H.Chr.A. Sellen ,ook uit Gendringen afkomstig, kwam echter op 29 Juni 1932 plotseling te overlijden. Het echtpaar had geen kinderen.Hij wilde een nieuwe toekomst opbouwen, mede door de economische crisis in het land en de tragische gebeurtenis rondom het overlijden van zijn vrouw kwam alles in een stroomversnelling. Na zijn ontslag te hebben genomen vertrok hij een half jaar later met het Nederlands stoompassagiersschip DSMS BALOERAN in 1932 naar Indië en vestigde zich definitief in Buitenzorg (West-Java) enkele broers waren hem 10 jaar eerder voorgegaan. Hij maakte van zijn bootreis een fraai reisverslag. “Mijn Reis naar Indië” van 21 December 1932 t/m 19 Januari 1933. Lang heeft hij niet kunnen genieten van zijn verblijf in de Oost. Hij overleed ten gevolge van kampontberingen op 09 september 1945 in Djatinegara-Mater Dolorosa en vond zijn laatste rustplaats op de militaire begraafplaats Menteng Pulo.


m.s. Baloeran


Passagierslijst ms Baloeran

Dit reisverslag zal in gedeeltes de komende maanden verschijnen en met tekeningen door Willy Sluiter worden geïllustreerd.

DEEL 1. Vertrek – Gibraltar

Ulftse IJzergieter als boegbeeld voor de S.D.A.P 1938

In 1938 verscheen het boek van Ir. J.W. Albarda over een kwart eeuw parlementaire werkzaamheid in dienst van de bevrijding der Nederlandse Arbeidersklasse. Het geeft een beeld van de groei der Nederlandse Volksgemeenschap. In opdracht van het partijbestuur der S.D.A.P. En werd uitgegeven door de N.V. De Arbeiderspers. Jan Toorop had in 1922 deze IJzergieter in fraaie pasteltinten vervaardigd bij de IJzergieterij Diepenbrock & Reigers te Ulft . Het maakt nu deel uit van de collectie in het museum Helmond.

Kan Charley één of twee dagen in Ulft komen? 20 november 1921.

Charley Toorop

Jan Toorop had Frans Deurvorst een voorstel gedaan om Charley aan een keuken uitzet te helpen hij wilde dit met gesloten beurs doen en betalen met een tekening! “ Oude methode ruilhandel”.
Welk werk het is geweest valt jammer genoeg niet met zekerheid te achterhalen,ook uit hoeveel delen de pannen- uitzet bestond is niet bekend. Wel prijkte jarenlang een oceaan-blauw geëmailleerde DRU badkuip in de tuin van haar villa “De Vlerken” aan de Buerweg in Bergen(NH).


Jammer dat Charley tijdens haar bezoek aan de DRU fabriek ,in tegenstelling tot haar vader, niet voldoende geïnspireerd raakte door het schouwspel van de Ulftse IJzergieters. 12 Jaar later beeldde ze de Alkmaarse kaasdragers uit in een soortgelijke karakteristieke houding. De voorstelling, houding en compositie verschillen behoudens hun kleding en het te dragen gewicht niet veel van elkaar..

Nolet’s Tooropwerk “Moeder en Kind” geveild 22 november 2022.

Moeder en Kind gesigneerd en geannoteerd l.o (pastel) 24,5 x 17,5 cm
Mogelijk Oostvoorne of Domburg
Toon Nolet (1867-1961)

In 1924 raakte Toon Nolet uit Nijmegen in grote financiële problemen en zag genoodzaakt vrijwel zijn gehele Tooropcollectie te verkopen! Toen het werk in 1924 door A. Mak te Amsterdam voor het eerst werd geveild droeg bovenstaand echter een andere titel. De catalogus was in de de Franse taal geschreven, mogelijk is de juiste vertaling in gebreke gebleven. (Lot.nr 25) Ook de Annotatie aan “Toon Nolet & Leen” is op het werk vervaagd dan wel verdwenen! (zie onderstaande afbeelding uit 1924)

Hier was dan ook sprake van een jonge Zeeuwse boerin met haar jonge zus!
Literature : de Beiaard (1915), het werk kwam 07-12-2010 wederom in veiling- Auction Horta- Brussels cat.nr. 438. Dessin préparatoire rehaussé: Mère et Enfant sur fond marin. Signé et daté J.Th. Toorop 1915. Dim: 24,5 x 17,5 cm.

Hetzelfde werk maar nu met annotering en signering aan de andere zijde ?

Ulft, 1917. “Verhulde” symboliek in Toorop’s werk de (Paling) Visser.

Jan Ovink (1836-1924)
pastel met houtskool (63x75cm)
rechtsonder gesigneerd en geannoteerd

Architect Jan Ovink uit Doetinchem stond in 1917 op 81 jrg leeftijd model voor Jan Toorop. Op een fraai in pastel uitgevoerd werk prijkt hij (en profil) als een aartsvaderlijke patriarch in een fel rood gekleurd jasje met een imposante baard. Toorop gaf aan dit werk een symbolische betekenis en wel die uit het Evangelie, een Petrusfiguur in de rol van visser tijdens de “Wonderbaarlijke Visvangst.”

Ex libris van architect Ovink


Jan Ovink was de architect van de fraaie kapitale villa Zeno gebouwd in 1896 die nabij het fabriekscomplex van de DRU stond in Ulft. De bouwstijl in die tijd varieerde van neo-klassiek tot eclectisch. Ovink was evenals zijn opdrachtgever Frans Deurvorst afkomstig uit Terborg en tevens huisvriend van de familie Deurvorst en kwam zo ook in contact met Toorop. Op het werk is nog iets opmerkelijks te zien dat refereert aan Deurvorst zijn ijzergieterij. Links bovenin is een grote gietpan aan een ketting/takel waarneembaar, detail (zie uitvergrote afbeelding ) grote opstijgende rookpluimen geven aan dat het gesmolten ijzer klaar is om een groot “Gietstuk” wellicht in één keer te kunnen gieten. Zijn golvende,zwierende zweepslag lijnen, zijn dan ook een kenmerkend (lineair decoratief) element in veel van zijn werken. Deze komen ook weer terug in de weerspiegeling van het water (Oude IJssel?). Rechts boven daken van enkele arbeidershuisjes waaronder een mediterende vrouw(non) staat afgebeeld. Links boven twee verder niet uitgewerkte torenspitsen die doen denken aan de in 1914 gebouwde Antoniuskerk in Oer.


Ook in hetzelfde jaar maakte Toorop een schilderij met als titel “Brandend België” . Het heeft wat overeenkomsten met het bovenstaande pastelwerk, met wederom de mysterieuze visser.Toorop was erg begaan met het lot van de Belgische vluchtelingen tijdens de eerste Wereldoorlog. Het culturele leven kwam dan ook in België stil te liggen. Kunsthandelaren sloten hun deuren en er werden geen exposities meer georganiseerd. Veel kunstenaars ontvluchtten dan ook hun land. Van den Berghe en Gustave De Smet vonden op aanraden van Toorop onderdak bij uitgeverij L.J. Veen aan de Keizersgracht te Amsterdam. Toorop voorzag veel boeken van bandontwerpen en illustraties van deze uitgeverij en ook portretteerde hij de familie Veen.

“ In Vino Veritas”- Een karakteristiek groepsportret uit Ulft 1910

In Vino Veritas met v.l.n.r. Helene Nolet-Vonk de Both, Jacqueline Deurvorst-Vonk de Both, Frans Deurvorst en Anthony Nolet. ( zwart krijt en pastel)

De Deurvorst-familie hadden een grote wijnhandel en bezaten zowel in Terborg als in Amsterdam vestigingen. Zwager Antony Nolet zat ook in de wijnen en had in Nijmegen een fraai pand aan de Graafseweg (ontwerp van Jos. Cuypers) hij was bovendien importeur van de bekende Franse wijnen. Aan de zijgevel van zijn wijnpakhuis prijkt nog een geglazuurd tegeltableau waarop het stadswapen van Bordeaux met dat van Nijmegen te zien is.
Hij voorzag dan ook wijnhandel Deurvorst van de nodige voorraden. (zie bovenstaande briefwisseling) Dat beide zwagers en zusters ook wel van een glaasje houden is te zien op het werk van Jan Toorop. Frans Deurvorst oogt al wat beneveld, maar zwager Anthony Nolet kijkt nog scherp en lijkt het drankpatroon van zijn vrouw te observeren.

Briefhoofd wijnhandel Anthony Nolet

Frans Deurvorst, Toorop’s “Ruhendes Bauernmädchen” was te zien in het Kunsthaus te Zürich (1910)

Briefkaart van Jan Toorop aan Toon Nolet te Nijmegen (de gelijkenis met het Zeeuwse meisje in haar traditionele kleding is treffend.)

Catalogus van het Kunsthaus Zürich November 1910, waar Jan Toorop met maar liefst 61 werken was vertegenwoordigd waaronder diverse bruiklenen van Frans Deurvorst uit Ulft. Het bovenstaande werk uit 1904 olieverf op linnen 28,6 x 37,8 cm. cat.nr. 17. Het Kunsthaus Zürich ,naar een ontwerp van Karl Moser, was recent opgeleverd en zo had Toorop een primeur met zijn tentoongestelde werken.

Frans Deurvorst (1857-1931)

Toegepaste kunst in Ulft – DRU emaillewerk – omstreeks 1912 door Jan Toorop.

Emailleschaaltje (privé-bezit) polychrome fantasie compositie met in de gebogen randversiering florale motieven en krakelingen, centraal logo DRU omlijst met 4 x J.Toorop.
12x15x3,6cm

Met dank aan Jan Nieuwenhuizen Segaar

Vanaf 1912 experimenteerde Jan Toorop ,op kleine schaal, met emaillewerken op plaatijzer. Dit kwam tot stand met medewerking van zijn vriend Frans Deurvorst in diens Emailleerfabriek te Ulft.

Een verkorte weergave van zijn fascinatie voor dit emailleprocede is te lezen in het Algemeen Handelsblad 19 december 1918.

“En eenklaps kon Toorop zijn roerloosheid niet meer bedwingen. De sterke werker wilde zelf meewerken met de andere fabriekswerkers, hij wilde ook werken met dezelfde grondstoffen waarmede het fabrieksvolk bezig zag. Ineens was hij met zijn gloeiendste extase verliefd maatloos geextasieerd door dit ijzer en emaille. Hij wilde het niet slechts aanraken, zelf met zijn eigen handen, neen! Die ruwe grondstoffen verlangde hij met zijn nerveusen vingers tot een levend kunstwerk te beroeren. Hij wilde scheppen naar zijn aard! En zo daar, in den Ulftschen Gieterij en Emailleerfabriek dat Toorop op verschillende formaten plaatijzer uit die bonte mengsels van emaillekleuren zocht naar een geschikte compositie. Eerst moest hij geduld hebben tot de dekkende laag grondemaille als een grijze fond op het ijzer wasgegoten en gebakken, toen pas kon hij aan het beelden gaan. Doch al naarmate den aard der mineraalmengsels kan men alle kleuren der staalkaart aan het emaille verlenen – de diepste en heftigste kleuren, de felste en heetste verven, een orgie van de wildste en meest fantastische couleuren!!”

Men kent Toorop’s passie voor al wat kleur is, Telkens wanneer de kunstenaar daarginds in Ulft kwam, liefst om in den rustigen vriendenkring stilte en afleiding te zoeken en tegelijk zich diep te verinnerlijken en naar inspiratie te dromen voor nieuwen scheppende arbeid dan dwaalde hij door de wijde fabrieksruimten zo vol van daverend rumoer, maar zoo vol van levende beweging en vurigste kleuren rondom.

Van grote reizen kon na 1920 niet meer sprake zijn wel van korte naar Ulft bijvoorbeeld, hij leerde zich te berusten in de voortsluipende verlamming van zijn linkerbeen dat gepaard ging met veel pijn en ongemak.

Ulftenaar Evert Bourgondiën stond model voor Toorop’s IJzergieter uit 1922.

Enkele anatomische studies w.s. gebruikt voor de IJzergieter.

Jan Toorop Twelfth Station of The Cross, Graphite on Paper 8-¾. X 11-¼ in 2006 2 Dec. American and European Fine Art Washington cat. 1303

Evert Bourgondiën stond 100 jaar geleden model voor één van de vijf pastelwerken van IJzergieters gemaakt door Jan Toorop. Al deze werken werden bij de DRU in Ulft vervaardigd. Op 14 jarige leeftijd begon hij in 1904 zijn loopbaan in het poetshok, hier werden de gegoten producten middels vijlen en krabbers ontdaan van allerlei onrechtmatigheden (braam). Door zijn fysieke kracht en lang postuur kwam hij al snel in aanmerking voor de functie van ijzergieter in de gieterijafdeling.

Het zware werk bestond uit handmatig gemiddeld 50 kg vloeibaar ijzer met een gietpan van de Coupoloven naar de gietvormen te lopen! Toorop raakte geïnspireerd door zijn gespierde,krachtige verschijning en beeldde hem op 32 jarige leeftijd uit tijdens zijn veelvuldig verblijf bij Frans Deurvorst in Villa Zeno te Ulft. Op de achtergrond van het werk zijn een vijftal gestileerde ijzergieters in ArtDeco-stijl weergegeven die geduldig in een rij staan opgesteld en op hun beurt wachten om het gloeiende,vloeiende ijzer bij het helse vuur van de ovenmond met toewijding op te vangen.

4e van links Evert ,met zijn kenmerkende postuur ,als jubilaris bij zijn 50 jarig dienstverband bij DRU (1954)
De fraaie in Jugendstil uitgevoerde fabriekspoort diende natuurlijk als decor.



mw Wilbrink-Bourgondiën dochter van Evert met een isografie van haar afgebeelde vader.

Het originele manshoge pastel van deze IJzergieter ( 176 x 125cm) maakt deel uit van de collectie van het museum te Helmond.