In de jaren 1908 t/m 1927 raakte Jan Toorop gefascineerd door de fysieke kracht van Ulftse ijzergieters die werkzaam waren bij de IJzergieterij en Emailleerfabriek genaamd D.R.U (Diepenbrock & Reigers Ulft ). Toorop woonde destijds in Nijmegen en was bij Frans Deurvorst, fabrieksdirecteur van de DRU, geintroduceerd door zijn vriend Toon Nolet. Deze was een wijnhandelaar en kunstverzamelaar en zwager van Deurvorst. Op diverse pasteltekeningen legde hij op kunstzinnige wijze het schouwspel van het ijzergieten vast. Op deze pasteltekening is een jonge gespierde ijzergieter met toewijding en grote concentratie aan het werk. De voorstelling laat niets zien van de slechte en zware arbeidsomstandigheden in de ijzergieterij. De uitstraling is zelfs heroisch en ontzagwekkend. Het werk toont Toorop’s belangstelling voor de sociale ontwikkelingen van zijn tijd. Deze IJzergieter is door Toorop niet als een slaaf van de arbeid of een opstandige proletarier weergegeven. Hij is daarentegen een fiere, toegewijde ambachtsman, die trots is op zijn werk. De arbeid is geen gezwoeg maar een plechtig ritueel, dit helemaal volgens de ideeen van de toenmalige Katholieke vakvereniging waar dit boegbeeld ook vaak werd afgebeeld. Dit stond dan ook voor respect en harmonie tussen werkgevers en werknemers.
Jan Toorop zocht inspiratie bij DRU ijzergieters in Ulft
8