Nijmegen-1919 Kees Nolet door Willy Sluiter

Toon Nolet en Helene Nolet -Vonk de Both

Kunstschilder Willy Sluiter was evenals Jan Toorop een graag geziene gast bij de families Deurvorst en Nolet resp. in Ulft en Nijmegen. Hij maakte diverse portretten en karikaturen meestal in pastel krijt uitgevoerd. Hij raakte ook net als Toorop gefascineerd door het schouwspel van het ijzergieten op de DRU in Ulft. Maar ook met de schilder Jan Sluijters (1881-1957), die door zijn vriend Jan Toorop bij hem geintroduceerd werd had Toon Nolet al vroeg contact. Deze portretteerde zijn vrouw Hélène Nolet-Vonk de Both (1883-1967) -zie foto boven- en later in hetzelfde jaar zijn jongste dochter, Clementine Nolet als twee jaar oud meisje met een fraaie strik in het haar.

Clementine Nolet 2 jaar


Groepsportret van Toon Nolet,Marie Breitner-Jordan,Willy Sluiter,Derk Wiggers,George Hendrik Breitner,Paula van Ysselstein, Jan Toorop en Louis van Soest 1902

Een fraai pastelwerk door Willy Sluiter van Kees Nolet uit Nijmegen kwam in 1919 tot stand. Hij was toen 8 jaar oud. Kees was een sportieve jongeling zo ondernam hij met zijn vriend Ton van Beek uit Nijmegen in 1934 een voettocht naar Rome. Dat de keuze op Rome viel was niet geheel verwonderlijk. De Noletfamilie was zeer katholiek, een zus van Kees trad zelfs in het klooster, en Nijmegen werd wel vergeleken met “Rome aan de Waal” Hij huwde in 1938 Francoise Quadekker. Hij emigreerde in 1959 naar Australië Wahroonga (New South Wales) waar hij in 2004 op 93 jrg leeftijd overleed.

Kees Nolet 1911-2004 (pastel door W. Sluiter Nijmegen 1919)

Vertrek van voettocht naar Rome

Winterswijkse tekenleraar inspirator voor Jan Toorop en Piet Mondriaan.

De Winterswijkse tekenleraar G. Schut heeft een belangrijke rol gespeeld bij de artistieke ontwikkeling van 2 Nederlands bekendste 19e eeuwse schilders. Zowel Jan Toorop als Piet Mondriaan kregen tekenonderwijs van hem. Schut was sedert 1870 als tekenleraar verbonden aan de R.H.B.S in Winterswijk. Toorop was in 1874 als 16 jrg een reguliere leerling op deze school. Hoewel 16 jaar oud kwam Jan toch in de eerste klas. De leerlingen kregen toen vijf keer per jaar een rapport. Zijn cijfers waren niet slecht, maar behaalde ook geen extreem hoge , op een uitzondering na, het hoeft ons niet te verbazen dat dit voor het vak handtekenen betrof! Voor de periode september-oktober begon hij heel gewoon, met een zeven. De volgende drie periodes kreeg hij een acht en in mei-juni zowaar een negen.

Piet Mondriaan die later ook in Winterswijk kwam te wonen kreeg omstreeks 1885 op 13 jrg leeftijd privé tekenonderwijs van dezelfde G.W. Schut. Na zijn lagere school ontving hij twee jaar aanvullend onderwijs daar voor Piet Mondriaan de Rijks HBS niet was weggelegd omdat de “Christelijke signatuur” ontbrak. De teken-instructies o.a. het kopiëren van anatomische gipsmodellen en adviezen over perspectief tekenen
hebben zijn artistieke ontwikkeling zeker beïnvloedt.

Jan Toorop op 16 jrg leeftijd

I

R.H.B.S Winterswijk

R.H.B.S. 1922 afscheid van een collega. Dhr. Schut zittend 4e van links

Tekenleraar Schut is ruim 40 jaar verbonden geweest aan de R.H.B.S te Winterswijk. Piet Mondriaan is hem nooit vergeten! Toen hij in 1898 zelf solliciteerde op de tijdelijke vacature als leraar handtekenen (school voor Nijverheid en Handel en de Ambachts-avondschool) te Enschede, gaf hij naast de 3 vooraanstaande professoren van de Rijksacademie uit Amsterdam ook als referentie de naam van zijn oude tekenleraar Schut uit Winterswijk op.

Terugkeer naar het land van Insulinde was voor Jan Toorop niet weggelegd.

Jan Toorop heeft zijn geboorteland tijdens zijn werkzaam leven nooit meer terug gezien. Niet duidelijk is waarom hij zo’n bootreis naar de Oost niet heeft willen of kunnen maken. Wellicht heeft zijn vrouw Annie Josephine Hall (van Schots-Ierse afkomst) hierin een rol gespeeld. Hij huwde haar op 28 jarige leeftijd in 1886. De familie Hall bezaten een buitengoed “Lissadell” bij Kenley in het graafschap Surrey iets ten zuidwesten van Londen. Hun enthousiasme over Toorop liet zich raden. hij was een buitenlander, donker van uiterlijk, op de koop toe ook nog een artiest, hij had geen geld, zelfs nog geen familiewapen en zijn Engels liet te wensen over. Toorop wist het en schreef Annie “Ik ben arm in geld”, maar “rijk door mijn talent”!

Gendringen omstreeks 1900

Een achterneef van Jan Toorop [Willem J.CHR. Emile Toorop *1896-1945] geboren in Gendringen was een zoon van meester Toorop. Na zijn huwelijk in 1925 te Gendringen vestigde hij zich in Nijmegen en woonde enkele jaren aan de Voorstadslaan 75 B. Hij werkte als boekhouder bij de Nijmeegsche IJzergieterij. Zijn vrouw H.Chr.A. Sellen ,ook uit Gendringen afkomstig, kwam echter op 29 Juni 1932 plotseling te overlijden. Het echtpaar had geen kinderen.Hij wilde een nieuwe toekomst opbouwen, mede door de economische crisis in het land en de tragische gebeurtenis rondom het overlijden van zijn vrouw kwam alles in een stroomversnelling. Na zijn ontslag te hebben genomen vertrok hij een half jaar later met het Nederlands stoompassagiersschip DSMS BALOERAN in 1932 naar Indië en vestigde zich definitief in Buitenzorg (West-Java) enkele broers waren hem 10 jaar eerder voorgegaan. Hij maakte van zijn bootreis een fraai reisverslag. “Mijn Reis naar Indië” van 21 December 1932 t/m 19 Januari 1933. Lang heeft hij niet kunnen genieten van zijn verblijf in de Oost. Hij overleed ten gevolge van kampontberingen op 09 september 1945 in Djatinegara-Mater Dolorosa en vond zijn laatste rustplaats op de militaire begraafplaats Menteng Pulo.


m.s. Baloeran


Passagierslijst ms Baloeran

Dit reisverslag zal in gedeeltes de komende maanden verschijnen en met tekeningen door Willy Sluiter worden geïllustreerd.

DEEL 1. Vertrek – Gibraltar

Ulftse IJzergieter als boegbeeld voor de S.D.A.P 1938

In 1938 verscheen het boek van Ir. J.W. Albarda over een kwart eeuw parlementaire werkzaamheid in dienst van de bevrijding der Nederlandse Arbeidersklasse. Het geeft een beeld van de groei der Nederlandse Volksgemeenschap. In opdracht van het partijbestuur der S.D.A.P. En werd uitgegeven door de N.V. De Arbeiderspers. Jan Toorop had in 1922 deze IJzergieter in fraaie pasteltinten vervaardigd bij de IJzergieterij Diepenbrock & Reigers te Ulft . Het maakt nu deel uit van de collectie in het museum Helmond.

Kan Charley één of twee dagen in Ulft komen? 20 november 1921.

Charley Toorop

Jan Toorop had Frans Deurvorst een voorstel gedaan om Charley aan een keuken uitzet te helpen hij wilde dit met gesloten beurs doen en betalen met een tekening! “ Oude methode ruilhandel”.
Welk werk het is geweest valt jammer genoeg niet met zekerheid te achterhalen,ook uit hoeveel delen de pannen- uitzet bestond is niet bekend. Wel prijkte jarenlang een oceaan-blauw geëmailleerde DRU badkuip in de tuin van haar villa “De Vlerken” aan de Buerweg in Bergen(NH).


Jammer dat Charley tijdens haar bezoek aan de DRU fabriek ,in tegenstelling tot haar vader, niet voldoende geïnspireerd raakte door het schouwspel van de Ulftse IJzergieters. 12 Jaar later beeldde ze de Alkmaarse kaasdragers uit in een soortgelijke karakteristieke houding. De voorstelling, houding en compositie verschillen behoudens hun kleding en het te dragen gewicht niet veel van elkaar..

Nolet’s Tooropwerk “Moeder en Kind” geveild 22 november 2022.

Moeder en Kind gesigneerd en geannoteerd l.o (pastel) 24,5 x 17,5 cm
Mogelijk Oostvoorne of Domburg
Toon Nolet (1867-1961)

In 1924 raakte Toon Nolet uit Nijmegen in grote financiële problemen en zag genoodzaakt vrijwel zijn gehele Tooropcollectie te verkopen! Toen het werk in 1924 door A. Mak te Amsterdam voor het eerst werd geveild droeg bovenstaand echter een andere titel. De catalogus was in de de Franse taal geschreven, mogelijk is de juiste vertaling in gebreke gebleven. (Lot.nr 25) Ook de Annotatie aan “Toon Nolet & Leen” is op het werk vervaagd dan wel verdwenen! (zie onderstaande afbeelding uit 1924)

Hier was dan ook sprake van een jonge Zeeuwse boerin met haar jonge zus!
Literature : de Beiaard (1915), het werk kwam 07-12-2010 wederom in veiling- Auction Horta- Brussels cat.nr. 438. Dessin préparatoire rehaussé: Mère et Enfant sur fond marin. Signé et daté J.Th. Toorop 1915. Dim: 24,5 x 17,5 cm.

Hetzelfde werk maar nu met annotering en signering aan de andere zijde ?

Ulft, 1917. “Verhulde” symboliek in Toorop’s werk de (Paling) Visser.

Jan Ovink (1836-1924)
pastel met houtskool (63x75cm)
rechtsonder gesigneerd en geannoteerd

Architect Jan Ovink uit Doetinchem stond in 1917 op 81 jrg leeftijd model voor Jan Toorop. Op een fraai in pastel uitgevoerd werk prijkt hij (en profil) als een aartsvaderlijke patriarch in een fel rood gekleurd jasje met een imposante baard. Toorop gaf aan dit werk een symbolische betekenis en wel die uit het Evangelie, een Petrusfiguur in de rol van visser tijdens de “Wonderbaarlijke Visvangst.”

Ex libris van architect Ovink


Jan Ovink was de architect van de fraaie kapitale villa Zeno gebouwd in 1896 die nabij het fabriekscomplex van de DRU stond in Ulft. De bouwstijl in die tijd varieerde van neo-klassiek tot eclectisch. Ovink was evenals zijn opdrachtgever Frans Deurvorst afkomstig uit Terborg en tevens huisvriend van de familie Deurvorst en kwam zo ook in contact met Toorop. Op het werk is nog iets opmerkelijks te zien dat refereert aan Deurvorst zijn ijzergieterij. Links bovenin is een grote gietpan aan een ketting/takel waarneembaar, detail (zie uitvergrote afbeelding ) grote opstijgende rookpluimen geven aan dat het gesmolten ijzer klaar is om een groot “Gietstuk” wellicht in één keer te kunnen gieten. Zijn golvende,zwierende zweepslag lijnen, zijn dan ook een kenmerkend (lineair decoratief) element in veel van zijn werken. Deze komen ook weer terug in de weerspiegeling van het water (Oude IJssel?). Rechts boven daken van enkele arbeidershuisjes waaronder een mediterende vrouw(non) staat afgebeeld. Links boven twee verder niet uitgewerkte torenspitsen die doen denken aan de in 1914 gebouwde Antoniuskerk in Oer.


Ook in hetzelfde jaar maakte Toorop een schilderij met als titel “Brandend België” . Het heeft wat overeenkomsten met het bovenstaande pastelwerk, met wederom de mysterieuze visser.Toorop was erg begaan met het lot van de Belgische vluchtelingen tijdens de eerste Wereldoorlog. Het culturele leven kwam dan ook in België stil te liggen. Kunsthandelaren sloten hun deuren en er werden geen exposities meer georganiseerd. Veel kunstenaars ontvluchtten dan ook hun land. Van den Berghe en Gustave De Smet vonden op aanraden van Toorop onderdak bij uitgeverij L.J. Veen aan de Keizersgracht te Amsterdam. Toorop voorzag veel boeken van bandontwerpen en illustraties van deze uitgeverij en ook portretteerde hij de familie Veen.