Hoewel al enkele jaren uit Winterswijk zocht hij op 22 jarige leeftijd toch nog inspiratie in deze regio. Hij verbleef inmiddels op de Rijksacademie Beeldende Kunsten te Amsterdam onder leiding van August Allebé. Hij woonde in de Frans Halsstraat.
Op zijn aanraden bezocht hij waarschijnlijk de Romantische School van Haus Koekkoek in Kleef. Nogal academisch van aard maakte hij een aquarel van het Bolwerk in deze plaats. In het naburige Nijmegen produceerde hij een olieverf op karton van de Waal bij Nijmegen waar hij gedurende 1908-1916 zelf ging wonen. In 1882 kreeg hij voor drie jaar een studiebeurs van het Koninklijk Huis en toog samen met Derkinderen naar Brussel en volgt lessen aan de Academie van Schone Kunsten (Portaels).
Valt vervolgens in een rijk kunstenaarsklimaat en ontmoet o.a. Theo van Rijsselberge, James Ensor, Ferdinand Khnopff, Félicien Rops en Henri van de Velde. Wordt vervolgens lid van L’Essor en exposeert in 1883 met deze kunstenaarsgroep Atelier in de Van Eijckstraat. Hij stort zich in het artistieke en woelige nachtleven van Brussel, in die tijd een belangrijk Europees cultuurcentrum. Door de stimulerende persoonlijkheden Octave Maus en Edmond Picard, beiden advocaat, en o.a. de schilder James Ensor wordt de kunstenaarsgroep Les Vingt opgericht. Toorop wordt met nog twee niet-Belgen toegelaten. De tentoonstellingen worden opgeluisterd met muziek, voordrachten en lezingen. Gaat enige tijd naar Machelen om buiten te schilderen in landelijke omgeving. Sluit er een blijvende vriendschap met o.a. William de Gouve de Nuncques. Het begin van zijn internationale doorbraak.
Geef een reactie