Het hoofd licht voorovergebogen, het voorhoofd doorploegd. de wenkbrauwen gefronst en de ogen half gesloten, alsof hij naar het binnenste van zichzelf staart en een verre, een hemelse muziek verneemt.
Jan Toorop verhuisde in 1908 van Amsterdam naar Nijmegen. Deze stad was een van de “buitensteden” waar ook Mengelberg en het Concertgebouworkest met een zekere regelmaat kwamen concerteren. Meestal zocht Toorop na afloop de dirigent op om een praatje te maken. Er werd dan ook wel gesproken over de componist Alphons Diepenbrock, die hij in Amsterdam had leren kennen. Toorop nodigde in 1911 Diepenbrock uit naar Nijmegen te komen. “Je moet weten, omdat ik zooveel van je werk houd en je niet meer zoals in Amsterdam nu en dan eens sprak, ik wou zoo graag, omdat ik je werk zoo hoog stel, je kop eens teekenen. Zou dat niet kunnen?” Diepenbrock kwam en toen heeft Toorop het bekende, zeer karakteristieke impressionistisch portret van Diepenbrock in zijn atelier aan de Barbarossastraat te Nijmegen gemaakt. Merkwaardig genoeg was Diepenbrock zelf niet helemaal content met dit portret. Hij oordeelde: “Het is eenzijdig! Een zure Grübler!”
Toorop was ook een verdienstelijk pianist en evenals Diepenbrock een groot bewonderaar van Wagner, hij bezocht er zelfs ook de Bayreuther Festspiele.
Alphons Diepenbrock (1862-1921) zijn vader en diens naaste voorouders kwamen uit het Duitse Bocholt (Westfalen). Slechts zeven kilometer afstand van de Nederlandse grens, gelegen aan de Aa, een zijriviertje van de Oude IJssel. Dat wat het rustieke landschapsbeeld betreft doet denken aan de Gelderse Achterhoek. In deze streek zit in de volkstaal nog een flinke scheut Nederlands. Alphons zijn grootvader Bernard Diepenbrock (1793-1877) was medefirmant(directeur) van de IJzergieterij Diepenbrock & Reigers in Ulft. Hij woonde op het landgoed Haus Horst te Holtwick een buurtschap nabij Bocholt.
Een broer van zijn grootvader Melchior Diepenbrock werd bisschop van Breslau en later tot kardinaal verheven. Alphons heeft zijn oudoom nooit gekend want deze overleed negen jaar voordat hij werd geboren, hij bezocht tijdens zijn jeugd geregeld zijn grootvader op het landgoed Holtwick. Kon dan genieten van diens verhalen over de romantische Duitse dichters Hölderlin en Brentano, deze laatste was trouwens een graag geziene gast op Holtwick. Deze beide dichters waren voor hem later een grote inspiratiebron voor zijn beroemde composities waaronder Marsyas, Zomernacht en die Nacht.
Een andere broer van zijn grootvader Conrad Joseph Diepenbrock legde de ontmoetingen met dichter Brentano vast in onderstaand verslag uit 1876 met als titel “Ein Familienfest zu Holtwick”
In 1877, Alphons was toen 15 jaar, overleed zijn grootvader. Een broer van Alphons moeder Jan Kuytenbrouwer was voor hem een grote inspirator op muziekgebied. Hij wist hem alles te vertellen over de muziek en componisten. Hij was vrijgezel en had zijn hart verpand aan de muziek. Hij speelde een behoorlijke partij piano en had diverse pianoconcerten o.a. van Beethoven en Schumann onder de knie, wanneer hij met vrienden kamermuziek maakte mocht Alphons de blaadjes omslaan. Toen Jan Kuytenbrouwer in Kleef ging wonen logeerde Alphons geregeld bij hem.
Er was nog een andere binding met de Achterhoek. Alphons zusters Lidwina en Marie bezochten namelijk op 16 jarige leeftijd het meisjesinternaat c.q. kostschool De Zwanenburg in Megchelen. Het was in die tijd rondom 1875 een gerenommeerde kostschool waar veel aandacht aan de klassieke talen werd geschonken. Deze school werd door Duitse zusters van het Filles de la Croix geleidt. Hun klooster stond in Aspel bij Rees in Duitsland, maar door de Kulturkampf werd deze orde verdreven en moesten ze uitwijken naar Nederland. De kloosterzusters vonden tot 1888 hun tijdelijk onderkomen in het leegstaande kasteel de Zwanenburg in Megchelen.
Bijzonder en/of toevallig was de moeder van Alphons een nicht van de beroemde dichter J.A. Alberdingk Thijm, zijn dochter werd benoemd tot 1 van de directrices op de Zwanenburg te Megchelen!!
Alphons Diepenbrock heeft aan de logeerpartijen bij zijn grootvader in Haus Horst steeds dierbare herinneringen bewaard. Dit blijkt wel uit het feit dat toen hij te Laren in het Gooi een zomerhuis liet bouwen doot architect Leliman, hij daar de naam “Holtwick” aan gaf.
Op 5 april 2021 is het 100 jaar geleden dat Alphons Diepenbrock in Amsterdam overleed. https://www.diepenbrock-catalogus.nl/work/18
Geef een reactie