Dit schreef Jan Toorop op 1 maart 1923 aan zijn vriend Anthony Nolet uit Nijmegen. Deze laatste was in grote financiële moeilijkheden verzeild geraakt. Toorop had hem aanvankelijk toegezegd financiëel te zullen helpen. Hij overwoog zijn groot werk “de Pelgrim” uit 1921 te verkopen voor fl. 4000,- . Deze “reuzen” tekening stelt een man voor op zijn levensweg omringd door de wereldse verlokkingen en hemelse beloften. Hij kon echter geen geschikte koper vinden voor dit bedrag, ook het voorstel om een lening te krijgen met als onderpand zijn huis aan de van Merlenstraat 124 in Den Haag dat op naam van zijn vrouw Annie Hall stond ging niet door in verband met een Engelse akte. De rechtsgeldigheid hiervan werd door de notaris afgewezen.Verder schreef hij dat zijn dochter Charley (inmiddels gescheiden van John Fernhout) met haar kinderen en de belastingdienst hem ook te veel kostte en hij Nolet op dit ogenblik niet kon helpen.
Zwager Frans Deurvorst uit Ulft probeerde hem ook te helpen door garant te staan voor zijn hypothecaire lening, ook deze tussenkomst kon echter niet voorkomen dat Nolet in 1924 genoodzaakt zag vrijwel zijn gehele Tooropcollectie te veilen.
Geef een reactie