In hoofdzakelijk houtskool met wat krijt heeft Toorop een dor fabriekslandschap neergezet. DRU arbeiders verlaten massaal de fabriek evenals de grote rookpluimen uit de schoorstenen.
Ze trekken uit een kaal landschap op weg naar huis, de mannen zijn verworden tot identiteitsloze figuren.
De kale bomen, donkere lucht en de silhouetten van de fabrieksgebouwen zorgen voor een sombere sfeer.
Het thema van een anonieme en massale groep marcherende fabrieksarbeiders die het werk verlaten is aan het begin van de twintigste eeuw regelmatig afgebeeld door meerdere kunstenaars.
Wellicht wilde ook de sociaal betrokken Toorop zo de macht benadrukken die een dergelijke groep mensen kan hebben en tevens willen aantonen hoe omvangrijk deze groep is die onzichtbaar achter hoge en dikke fabrieksmuren hun zware en vaak gevaarlijk werk moesten verrichten.
Bovenstaande foto geeft goed weer hoe de situatie van het Ulftse dorpsbeeld was tijdens Toorop’s bezoekjes bij de familie Deurvorst. Een tramlijn was de enige verbinding met de “Bewone” wereld. De directeursvilla “Zeno” prijkt als een verborgen parel onder de rook van de Koepeloven van de gieterij. “Ulft, een vies, smerig dorp waar alles naar roet,zwavel en ijzer stinkt” aldus een brief-fragment van de Gendringse kapelaan A. Kerkhof aan een studievriend.” Je moet er niet aan denken, dáár te werken, niet als ijzergieter en niet als kapelaan……”
Geef een reactie