De zus van Frans Deurvorst, Lidwien, was getrouwd met Remi Mignot uit Eindhoven.
Mignot was tabaksfabrikant en had sedert 1858 een bloeiend bedrijf in tabakswaren.
Diens oom Adriaan Mignot was een befaamd cellospeler met wie Toorop bevriend was.
Een man met een imposante baard werd door hem op treffende wijze in felle pastelkleuren
weergegeven. Toorop schreef geregeld in de correspondentie met Deurvorst dat hij zo mirakels kon genieten van de sigaren van Mignot en de wijn van Nolet uit Nijmegen. Het portret van de cellospelende A.P. Mignot is de laatste “vrije” prent die we van Toorop kennen, want hierna maakte hij enkel nog een omslag en een beperkt aantal affiches.Deze litho is echter evenmin uit eigen initiatief ontstaan, maar als opdracht, hoewel uit bevriende hoek. Al in oktober 1916 was Toorop door Lidwien gevraagd om het portret te tekenen. In vijf dagen tijd tekende Toorop in Eindhoven het portret van Mignot. De compositie van de litho is hier in grote lijnen op gebaseerd, zij het dat de achtergrond geheel gewijzigd is. De litho was uiterlijk op 1 april 1918 gereed, zoals blijkt uit een brief van Toorop aan Toon Nolet, die ook tevens inzicht verschaft in het drukproces: ” Van Uncle Mignot ontving ik een paar proefdrukken van de litho in bruin-rood en in grijs-zwart afgedrukt. Het is heel schoon uitgevallen. Ik heb hem gezegd in grijs-zwart af te laten drukken voor zijne kennissen. Ik zal in September van die steen eenige kleuren afdrukken maken”. De lithosteen was van meet af aan bij de opdrachtgevende familie en zou daar ook blijven.



Geef een reactie