“Indië heeft veel voor mij betekend en kan niet meer uit mij worden weggedacht, de grondslag van mijn werk is Oostersch ( Henri Wiessing, onder pseudoniem van F.I.R. van Eeckhout, gesprekken met kunstenaars, Jan Toorop,1925-p.14)
Toorop’s Javaanse culturele en religieuze traditie heeft altijd meer of minder deel uit gemaakt van zijn oeuvre ook in zijn latere symbolistische werken. Het schaduwspel van de Wajangpoppen prikkelde zijn fantasie en inspireerde hem tot de bewegende en geometrische lijnen in zijn symbolische werken. Hij vermengde in zijn symboliek invloeden van het oosten met die van het westen. Zo ook in zijn fraaie pastelwerken van de Ulftse IJzergieters, hierop zijn de “Oostersche” invloeden en kenmerken duidelijk zichtbaar. Een ornamentaal lijnenspel, rythmisch weergegeven getuige de weergave van de in Jarik (Javaanse broeken) gehulde IJzergieters uit resp. 1921 en 1922.
Zijn gebruik van lijnen herinneren ook aan de batiktechniek en zijn gerelateerd aan typische ingrediënten van een Indische achtergrond. De Javaan is onmiskenbaar en ook doorgrondelijk in Toorop; Hij klopt koper, een echt Indische kunst, liefst met de primitiefste instrumenten, hij bakt tegels, hij brandt glas, hij giet emaille (DRU) te Ulft en legt mozaïek eigenhandig of hij vlak bij de natuur stond. (Brom 1917)
Geef een reactie