In 1929 ,een jaar na Toorop’s dood, verscheen bij de Nederlandsche Kunsthandel Vorst & Tas in Amsterdam het herdenkingsnummer. Op pagina 7 beschrijven kunstcritici waaronder Alb. Plasschaert Toorop’s beste werken. “Het Katholicisme heeft hem in een heel bijzonder en allernauwst geestescontact gebracht met de breede scharen van zijn geloofsgenooten , van wie hij nu de moedertaal sprak. Maar het nieuw-verworven inzicht heeft hem van ons volk in zijn algemeenheid niet verwijderd, alleen mogelijk van hen, die aan een overwegend stoffelijk begrip van den klassenstrijd als grondslag van een wereldbeschouwing genoeg hebben. Want het maatschappelijk probleem had voor Toorop wel een ander aanzien gekregen. Hij heeft het of liever het heeft hem niet losgelaten. De liefde voor den arbeid blijft hem nabij, de verheerlijking van den arbeidende mensch is hem altijd weer een graag opgevat thema. Zoo is zijn Mijnwerker, donker gekromd in het hart der aarde, zoo zijn de machtige IJzergieters, reuzen die in de spanning van hun bezig lijf een wereld schragen.
Geef een reactie