Jan Toorop rechts aan tafel zittend tijdens het diner met de hoogleraren Pet,Land en Reiger en de organiserende medestudenten. Foto w.s. gemaakt door student W.J.H Leuring. (Met dank aan dhr. Verheijen)
https://books.google.com/books/about/Catalogus_tentoonstelling_Toorop.html?id=0ut_Q94OfnkC
Advertentie – Uit: De Nieuwe Groninger Courant 25 juni 1896
Spotprent (litho) door Marius Bauer op het moderne kunstbegrip te Groningen en de tentoonstelling van het symbolistisch werk van Jan Toorop in Juni 1896. Als heiligen op een wolk verheven. Boven het volk staan: Thorn Prikker, Bremmer, van Hamel, Toorop en Melchers. (Verschenen als bijvoegsel in de Kroniek 27 december 1896.)
Het voorblad van de catalogus is een ontwerp van Toorop, gedateerd 1896. Een 6 tal studenten van de rijksuniversiteit namen het initiatief om de plaatselijke bevolking in contact te brengen met eigentijdse kunst. 1 van die studenten was Johan Huizinga, de later vermaard geworden cultuurhistoricus. Naast Huizinga was het vooral Willem Leuring ,student geneeskunde, die een belangrijk aandeel heeft gehad in de tot standkoming van de expositie (comité Pictura). Leuring (1864-1936) was tijdens zijn studiejaren in Leiden reeds bevriend geraakt met kunstenaars zoals Johan Thorn Prikker, H.P. Bremmer en Jan Toorop. Hij was in 1891 zelfs een van de oprichters van de Haagse Kunstkring. Tussen Thorn Prikker en Toorop ontstonden vriendschappen voor het leven. In 1896 vestigde Leuring zich als huidarts te ‘s Gravenhage waar hij een drukke praktijk had. Hij liet in 1901 aan de Wagenaarweg 30 een fraai vrijstaand huis bouwen naar het ontwerp van de bekende Belgische architect Henry van de Velde, “ Huis De Zeemeeuw”
Het is een van de beste voorbeelden van Art Nouveau in Nederland. Thorn Prikker bracht er een prachtig mozaïek fresco in de hal aan. Prikker vestigde zich in 1904 in Duitsland(Krefeld) daardoor verliepen de contacten minder frequent. Van beide kunstenaars bezat hij veel werken. In 1920 legde hij zijn praktijk neer en vestigde hij zich met zijn vrouw en kinderen in het landhuis “Huize Middelaer” in Mook. Hij organiseerde veel excursies naar Düsseldorf, Krefeld en Hagen waar zich veel werken van Prikker bevonden.
In 1920 kon het Kröller-Müller museum tot koop overgaan van bovenstaand Tooropwerk genaamd “Moederschap” uit 1891 dat deel uit maakte van de Leuringcollectie. Leuring bezat ook diverse werken van Chagall en Ensor.
Hij was een groot wandel liefhebber en zat o.a jarenlang in het organisatie comité van de Nijmeegse Vierdaagse als hoofd medische dienst. In Nijmegen leerde hij ook Anthony Nolet kennen die evenals hij een grote Tooropcollectie bezat. Tijdens de 2e wereldoorlog werden veel van zijn kunstwerken geroofd in zijn landhuis te Mook. Leuring zelf heeft de oorlog niet meegemaakt en overleed in 1936 op 72 jarige leeftijd.
Geef een reactie