Bij Jan Toorop Zestigste

image
Uit: Algemeen Handelsblad 19 december 1918.

Een eigene materie voor den Meester.
Onlangs vertoefde ik ergens in de provincie, achter in Gelderland tegen den Duitschen grens aan, in het moeilijk bereikbare Ulft, waar ik de daar gevestigde, doch al uit het midden der achttiende eeuw dagteekende ijzergieterij, oude stichting op de gronden van de vroegere vorsten van Hohenzollern-Sigmaringen bezocht.
Ik wijdde mijn belangstelling daar vooral aan het belangrijke ijzergieters-bedrijf en de voor den leek nog belangrijker industrie van het emailleren. Want ik wist waarlijk niet, dat ik ginds in den Gelderschen Achterhoek en deze geheel op nijverheid toegespitste omgeving, in den direkteur der industriele onderneming, den Heer F.B. Deurvorst, zulk een Toorop-vriend en vereerder zou ontmoeten.
Een belangrijke villa en daarin de belangrijkste particuliere Jan Toorop-collectie welke men wenschen kan!
Echter is het bijzondere van deze onverwachte vondst voor mij wel geweest de daar ontdekte samenhang tusschen de emaille-fabrikatie der Ulftschen IJzerfabriek en een der eigenaardigsten vormen van kunstuiting bij den genialen meester, die door mij, ik beken het, tot nu toe onbekend was gebleven.

Te midden van een keur-verzameling van Toorop’s bizondere olieverfschilderijen, portretten en studies, omgeven door zijn wildkleurige pastels en krijttekeningen, naast de sterk-gave houtskool-krabbels en subliem-fijne potloodschetsen van den kunstenaar, hing daar een portret van den fabrieksdirecteur uitgevoerd in ……….emailleverf, op een……..ruw-ijzeren plaat!!
Welk verwonderlijk ongewoon, doch tevens grandioos geslaagd procede aanschouwde ik hier!
En ik vond daarmee tevens den oorsprong van zijn werken op dit gebied. Het emailleren vertegenwoordigt in den Ulftschen IJzergieterij een voornamen vorm der industriele techniek. De grondstoffen worden verkregen langs chemischen weg door het mengen van verschillende silicaten, waarbij de gehele techniek afhangt van de juiste verhouding der vereischte mineralen.
O, er bestaan handleidingen voor de bereiding van emails en in wetenschappelijke werken zal men de samenstelling daarvan kunnen opslaan. Doch elke fabriek houdt er liefst haar eigen gebruiksaanwijzing op na. En ook op deze fabriek heeft haar zorgvuldig bewaarde recept, dat als heilig fabrieksgeheim geldt, nadat met jaren en jaren zoeken en verbeteren de juiste samenstelling verkregen werd.
Nadat de geheimzinnige vermenging der mineralen heeft plaats gehad, gaat het mengsel naar de ovens, waar alles bij hooge temperaturen tot 900 graden door elkaar wordt gesmolten. Het aldus verkregen emaille verkrijgt na het verlaten van het vuur zijn juiste samenstelling en kleur. Doch in draaiende trommels malen bergsteenen het emaille dan nog tot uiterst fijn gruis, waarna door toevoeging van water een smeuig pap verkregen wordt, waarin geen korreltje meer te bekennen valt.
Die werkmenschen aan hun laaiende vuren, de gebogen vormers, de zwoegende gieters, de over hun kleurige kuipen werkende emailleerders, dan de geheimzinnige gedaanten, de emaille-voorwerpen in en uit hun heete haarden schuivend………
Welk een vormen, lijnen, kleuren!!
En eenklaps kon Toorop zijn roerloosheid niet meer bedwingen. Die sterke werker wilde zelf mee-werken met de andere fabriekswerkers, hij wilde ook werken met dezelfde grondstoffen, waarmede hij het fabrieks-volk bezig zag. Ineens was hij met zijn gloeiendste extase verliefd maatloos geextasieerd door dit ijzer en emaill!!
Hij wilde het niet slechts aanraken, zelf met zijn eigen handen, neen! die ruwe grondstoffen verlangde hij met zijn nerveusen vingers tot een levend kunstwerk te beroeren. Hij wilde scheppen naar zijn aard! En zo is het daar, in den Ulftschen Gieterij, dat Jan Toorop een vierkante ijzerplaat uit de handen van een der werklieden aangreep en gretig zocht hij rond tusschen al die bonte mengsels van emaille-kleuren.
Eerst moest hij geduld oefenen tot de dekkende laag grond-emaille als een grijze fond op het ijzer was gegoten en gebakken, toen pas kon hij aan het beelden gaan!
Hij lijnde met zijn meesterlijke sterke groeven de massieve gelijkenis van zijn vriend den fabrieksdirekteur, dan zocht hij naar den gloriendste kleuren.
Teneinde nu de ijzeren gietstukken te emailleren worden deze eerst machinaal met den sissende zandstraal afgespoten, dan wordt, hetzij door onderdompeling, of door overgieting, een grijze grondlaag op elk voorwerp aangebracht en daarop in den eersten email-oven vastgebakken.
Pas daarna wordt de tweede laag emaille opgelegd, om vervolgens alle gefabriceerde artikelen aan een tweede vuurproef te onderwerpen bij een hitte van 700 graden.
Daarna draagt elk gebruiksvoorwerp dat later als emailleding overal ter wereld in omloop komt, voortaan zijn bepaalde kleur. Deze kleuren zijn al naar den smaak der afnemers gewoonlijk blauw of grijs, om slechts de gangbare kleuren te noemen.
Doch al naarmate den aard der mineraalmengsels kan men alle kleuren der staalkaart aan het emaille verlenen – de diepste en heftigste kleuren, de felste en heetste verven, een orgie van de wildste en meest fantastische couleuren!!
En men kent Jan Toorop’s heilige passie voor al wat kleur is! Telkens wanneer de kunstenaar daarginds in Ulft kwam, liefst om in den rustigen vriendenkring stilte en afleiding te zoeken en tegelijk zich diep te verinnerlijken en naar inspiratie te droomen voor nieuwen scheppende arbeid dan dwaalde hij door de wijde fabrieksruimten, zo vol van daverend rumoer, maar zoo vol van levende beweging en vurigste kleuren rondom.
Een stoere Manskop werd ’t , als gebeiteld de contouren en met daverenden durf het kleuren-brio daaromheen, zoodat het schaterde van bonte pracht!
Dan wachtte nog de zengende oven. Doch als eindelijk het vloeibare emaille den vast gestolten en hecht gebakken op de ijzeren plaat te voorschijn kwam – daar was de nieuwe creatie van den kunstenaar voltooid:
een Jan Toorop-portret, uitgevoerd op ijzer en geschapen uit emaille !!

J.F.


Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


zeven × = 35